bird
donderdag 25 april | 00.53 uur

Gerrit Verkuil op 93-jarige leeftijd overleden

20-04-2023 16:00
uur
Door: Britta Alink & Rein van Willigen
gerrit verkuil
Gerrit Verkuil bij de Waalkade in Zaltbommel. (archief: Bommelerwaardgids)

KERKDRIEL – Woensdag 19 april stond er nog een pagina ‘Zoals de Waard Was’ van Gerrit Verkuil in de Bommelerwaardgids. Woensdagavond is de oud-journalist op 93-jarige leeftijd overleden.

Gerrit was in de hele Bommelerwaard bekend als journalist van weekblad De Toren, dat in in de jaren zestig voor het eerst verscheen. Die krant was decennialang een begrip in de Bommelerwaard.

Toen Gerrit met pensioen ging, bleef hij regelmatig schrijven voor De Toren. In de rubriek ‘Zoals de Waard Was’ nam hij de lezers vijftig jaar mee terug in de tijd. Toen er in De Toren geen ruimte meer was voor zijn historische verhalen, maakte hij de overstap naar Het Kontakt. Drie jaar geleden trok die krant zich terug uit Zaltbommel en Maasdriel en nam de Bommelerwaardgids een nieuwe plaats in. Vanaf het begin bood Gerrit ‘Zoals de Waard Was’ aan, niet gehinderd door het feit dat hij toen al 90 jaar oud was.

Toen & Nu
Ook aan het blad Waard werkte hij mee. In deze glossy voor de Bommelerwaard verzorgde Gerrit de rubriek ‘Toen & Nu’, waarin vier á vijf historische foto’s van verschillende locaties naast een actuele foto van die locatie werden geplaatst. Gerrit spoorde de foto’s op met hulp van het Regionaal Archief Rivierenland en schreef de teksten erbij.

Condoleren
Maandag 24 april is er vanaf 19:00 uur een condoleancebijeenkomst in de Gasthuiskapel in Zaltbommel. De crematie is in besloten kring.

Interview
Gerrit Verkuil en zijn vrouw June zijn begin 2021 geïnterviewd door Rein van Willigen voor het boek ‘Hallo Hier Bommel’, dat in de loop van dit jaar verschijnt. Een verkorte versie van dat interview is toen gepubliceerd in de Bommelerwaardgids. Het complete verhaal staat hieronder.

door Rein van Willigen

Gerrit Verkuil, 75 jaar in de journalistiek

‘Als ik niemand spreek, blijft het papier blanco…’

Een ruim appartement in hartje Kerkdriel. De zon probeert de woonruimte binnen te dringen. Aan de wand fraaie schilderijen met een hoog Bommel-gehalte. "Dit is Bruchem", benadrukt de heer des huizes, wijzend op een bescheiden olieverfje. Gezeten op de bank komt Gerrit Verkuil (1929) los: "Zal ik jou es wat vertellen, ik heb misschien wel duizend... eh nee, een paar honderd interviews gehouden, maar zelf ben ik bijna nooit geïnterviewd." 

De hoofdpersoon van vandaag begeeft zich naar de andere kant van de kamer. Wijzend op een stoel: "Daar zit ik altijd!" Onderwijzer, journalist, een beetje regisseur en 91 jaar jong. Dat kan er maar één zijn: Gerrit Verkuil.

Een A-viertje wordt discreet met de onbeschreven zijde naar boven op tafel gelegd. De oud-onderwijzer heeft zijn huiswerk gemaakt, da's duidelijk. "Jij vraagt altijd wat er gedraaid moet worden tijdens een uitvaart. Dat heb ik voor je opgeschreven." In zijn rol van regisseur draait Gerrit het dicht beschreven blaadje om. De namen van Stef Bos, Maria Dolores Pradera en Gerard Maasakkers omlijsten die van Robert Long. "Een prachtig lied: 'Voor als ik er niet meer ben'. Ik ben een fan van Robert Long, ik luister graag naar hem. Mooie stem, duidelijke dictie. Hij maakte nummers die me aanspreken. In het verleden heb ik hem een paar keer in De Poorterij gezien. Hij was één van de hoogtepunten. Dat was in de tijd van Jeanne Kers." Zij is destijds verantwoordelijk voor de programmering van het theater. "Long is jong overleden", memoreert Gerrit. Iets waarover hij zich geen zorgen hoeft te maken.

Reeds decennia is hij een trouwe klant van de erfenis van Vadertje Drees. "Ik weet dat er een eind aan komt", klinkt hij realistisch. "De dokter vertelde me ooit dat ik nog één à twee jaar had te gaan. Daar had ik me mee verzoend. Het zijn er inmiddels drie geworden." Daar heeft zijn vrouw June haar steentje aan bijgedragen. "Ik heb heel veel geluk gehad. Ik kom bijna nooit in de kerk. Maar ik zat er vanwege een begrafenis. Op mijn dooie gemak. De rest weet ik niet meer." Gerrit krijgt een hartstilstand. "Ik was effe dood!" rolt het nuchter uit zijn mond. Tegelijkertijd haalt hij een ketting tevoorschijn, waaraan een niet-reanimeren verklaring bungelt. June, jarenlang werkzaam in de verpleging, aarzelt echter geen moment en sleurt haar Gerrit letterlijk terug het leven in. "Met een hartstilstand heb je het gevaar dat de grijze cellen niet goed meer werken. Dementeren is het ergste wat er is." Zonder dat Gerrit het in de gaten heeft, kijkt June met een vertederende blik zijn kant uit.

(tekst gaat verder onder de foto van Gerrit en zijn vrouw June)

Terwijl hij een bezoek aan het kleinste kamertje brengt, zegt zijn in de VS geboren vrouw: "Mijn lieve man. Hij is ambitieus en overal in geïnteresseerd. We hebben het goed getroffen." Een kleine halve eeuw kennen ze elkaar. "Hij werd verliefd op mij. Ik pas later op hem", lacht June op beminnelijke wijze.

Gerrit heeft de huiselijke troon verlaten. Probleemloos pakt hij de draad van het gesprek op. De opmerking jong van geest pareert hij met pretogen: "Ik kijk nog steeds graag naar mooie, jonge vrouwen." Weer terug op aarde: "Als je ouder wordt, wordt het eenzamer om je heen. Contacten zijn er niet meer. Mensen vallen weg. Toen we in Alem woonden, waren er drie mensen waar ik regelmatig contact mee had." Had! Zij zijn inmiddels overleden. "Ik schoot alleen over."

Gerrit Verkuil. Wie kent hem niet? Zijn leeftijd geef je hem niet: per jaar wordt hij hoogstens één dagje ouder. De geest is én blijft scherp. Zijn geheugen is jaloersmakend. Desondanks wimpelt hij het interview in eerste instantie af: "Je bent welkom, alleen heb ik weinig of niets te vertellen." Het tegendeel blijkt maar al te waar. Geef deze verteller maar het woord: "Ik ben een ras-Bommelerwaarder. Geboren in Bruchem. In Bommel op de hbs gezeten en in Utrecht op kweekschool." Met de daar opgedane kennis belandt hij op de Hugo de Grootschool. "Een fijne school. Ik had afwisselend de vierde of de vijfde klas. Duivendijk was het hoofd. In de tijd van juffrouw Reas."

Gerrit kruidt zijn terugblik met wat geschiedenis. "Je had de Rikkerschool voor de gegoeden, de middenstand en de klompenschool voor de arbeiders." In '53 heeft de Hugo de Grootschool zoveel leerlingen, dat er een nieuw gebouw verrijst aan de Johan van Oldenbarneveltstraat. "Een grote, drukke school. Zo groot dat wij een tijdlang in een dependance er tegenover zaten. Goh, hoe heet dat ook weer? O ja, De Ezel. Eén klas, lekker eigen baas." Na een jaar of vijf houdt Gerrit het lagere onderwijs voor gezien: "Ik wilde wat anders en werd leraar aan de Landbouwschool De Hoek in Bruchem." De oud-onderwijzer vertelt terloops dat er in de jaren '60 meer tuinbouwscholen worden opgericht. "Eerst die van de Christelijke Boeren- en Tuindersbond. De katholieken konden toen niet achterblijven en de Nederlands Christelijke Bond kwam in Kerkdriel met hun school." 

Correspondenten van regionale kranten worden in het nabije verleden veelal gevonden, geronseld in het onderwijs. Zo ook Gerrit. "Ik schreef al op mijn zestiende." Hij noemt namen op van verdwenen kranten: De Gecombineerde, De Bommelerwaard en Het Vrije Volk en nog steeds bestaande: AD en Trouw. "Ik schreef overal voor", pakt het mooi samen. "Ik heb mijn hele leven geschreven. Het viel mij in de jaren '60 op, dat er geleidelijk aan meer huis-aan-huisbladen verschenen. Dat zei ik tegen Kaasjager van De Bommelerwaard. Hij vond het beneden zijn waardigheid zo'n krant te beginnen. Maar wat gebeurt er? In het Oude Mannen- en Vrouwenhuis [op de Nieuwstraat] begint Van Tuyl met Deze Week, waarin na verloop van tijd De Bommelerwaard werd opgenomen. Maar ik zag aankomen dat het met Van Tuyl niet goed ging. Jan Ooyen, hoofdredacteur van Het Brabants Dagblad. Hij voelde niks voor een huis-aan-huisblad. Ik zei hem dat aan de andere kant van de Waal Extra Nieuws verscheen. 'Het is kiezen of delen: straks steken ze de Waal over!'" 

Het Brabants Dagblad gaat overstag. "Jaap Scholten was commercieel directeur. Met Joop van Steenis, Danny Hennekamp en ik hebben we De Toren opgericht. De eerste De Torens werden geredigeerd door Wim Klaassen, met dubbel a en dubbel s", spelt Gerrit er als een volmaakt docent achteraan. "Hij was van de dagbladredactie in de Bommelerwaard. Hij werd opgevolgd door Joop. Ik had toen mijn rubriek onder het pseudoniem Aert van Krieken."

Gerrit wordt hoofdredacteur als Joop zijn functie van hoofdredacteur neerlegt. "Ik probeerde er een blad van te maken, waar op donderdag naar werd uitgekeken. Hans Keser kwam erbij. Een sportpagina. We hadden actieve correspondenten in de regio. Tineke van der Zanden kwam erbij; zij is me later opgevolgd." Tientallen jaren is de met prijzen bekroonde De Toren dé streekkrant die graag wordt gelezen. Helaas is dat geschiedenis. De huidige uitgave is verworden tot een slap en ongeïnspireerd aftreksel van wat het ooit was. "Dat doet me verdriet. Met enorme pijn in het hart, gemengde gevoelens kan ik zeggen dat ik ooit trots op De Toren was." 

Een jaar of wat terug bestond De Toren een halve eeuw. Deze gebeurtenis passeert geruisloos. 

Gerrit: "Gelukkig is er de Bommelerwaardgids. Als ze het goed aanpakken wordt dit een krant, zoals De Toren ooit was. Ik hoop dat de Bommelerwaardse gemeente-pagina's er in belanden." 

Zelf draagt hij zijn steentje bij met zijn hooggeprezen rubriek Zoals de Waard was... Een terugblik naar de Bommelerwaard van vijftig jaar geleden. "Ik ben geen schrijver, ik ben een opschrijver", dicteert de allround journalist. Fantasie kan ik niet op papier zetten. Als ik niemand spreek, blijft het papier blanco." Zijn woorden zijn nog niet koud of June diept het tijdschrift van de Katholieke Ouderen Bond op. Daarin Gerrits column, waarin hij verhaalt over de schoonheid van de Bommelerwaard. 

Herinneringen, mijmeringen. 

De vraag hoe hij herinnerd wil worden, doet hem graaien naar zijn huiswerk. "Dat heb ik al opgeschreven: 'Een burgemeester is als een fiets, zonder ketting zijn beide niets.' Mensen hebben contact met je, drinken een glaasje met je zolang je maatschappelijk actief bent, daarna beland je snel in de vergetelheid." Ook een gedicht van J.H. Leopold heeft hij genoteerd. De twee laatste regels zouden op menige grafzerk niet misstaan: 

'Wij werden voor ons komen niet gemist, Na ons vertrek zal het niet anders wezen.' 

De vraag of hij het goed heeft gedaan, beantwoordt hij resoluut met: "Nee, dat doet niemand. Als ik het over zou moeten doen, zou ik een academische studie psychologie volgen. Met zo'n opleiding kun je de mensen beter doorgronden," zegt de mensenkenner bij uitstek. 

Het allerbelangrijkste in zijn leven is, naast zijn familie, de Bommelerwaard. "Ik ben verknocht aan de Bommelerwaard. Wekelijks maken June en ik een dijkenrondje: van Bommel naar Gameren. Als ik dan richting Haaften kijk en ik zie de zon in de Waal zinken... 

Ooit heb ik ergens in Zuid-Holland  gesolliciteerd. Toen ik op weg naar huis over de brug reed, zei ik bij mezelf: 'Nee... Ik blijf in de Bommelerwaard..."

27 februari 2021 

In de Waard van voorjaar van 2022 is Gerrit ook geïnterviewd, samen met zijn dochter Margot Schreuders. Dat verhaal staat op pagina 22.

 

 

Tags

gerrit verkuil