bird
dinsdag 19 maart | 07.07 uur

Zoals de Waard was: Willem Witjens en twee Aortepraotjes (1972)

15-02-2022 14:30
uur
Door: Gerrit Verkuil
schilderij-1
• Een schilderij dat Willem Witjens maakte op 't Aailand. (Foto: Collectie Regionaal Archief Riverenland)

BOMMELERWAARD - In de februari-editie van de rubriek Zoals de Waard was, schrijft Gerrit Verkuil over de kunstenaar Willem Witjens. En onderaan staan ook weer twee grappige 'Aortepraotjes'.

In de hal van het Bommelse stadhuis aan de Markt werd in februari 1972 een overzichtstentoonstelling gehouden van Willem Witjens. Deze bekende kunstenaar werd op 8 november 1884 in Den Haag geboren. In 1940 verhuisde hij naar Nederhemert-Zuid.

Daar werd zijn aandacht getrokken door de bouwval van een boerderijtje in Berne. Dat was gebouwd op de overblijfselen van de kloostergebouwen van de Abdij van Berne. Kort nadat Witjens het ‘Oude Huis’ met grote zorg had gerestaureerd ging het aan de eind van Tweede Wereldoorlog in vlammen op.

Na de bevrijding ging Witjens met steun van Monumentenzorg voor de tweede keer aan de slag om ter plekke een de woning op te bouwen.

 

(tekst gaat verder onder deze foto van de woning van Witjens. De foto komt uit de collectie van het Regionaal Archief Rivierenland)

Witjens overleed in 1962. Bij de brand in 1945 gingen van hem ongeveer zeshonderd schilderijen, waaronder een groot aantal die hij in de Bommelerwaard gemaakt, verloren. Desondanks slaagde de weduwe Witjens-Twen Sluithoff er in uit alle perioden van het werkzaam leven van haar man een mooie collectie voor de Bommelse expositie bijeen te brengen.

Stukjes uit de Aortepraotjes van 10 en 24 februari 1972

Hoewel de merste minsen het er wel over ins zijn dè sexuele vurlichting nodig is, lopen de mèningen wel uit melkaore op welke lèèftijd ge daor meej mot beginnen. Een grote groep veindt deg-ge daor nie vroeg genog bij kunt zijn. Zo docht er ok unnen Rossumsen boer over. Daorom din-tie een jong verkensbirke in het hok van een grote zeug, die hartstochtelijk naor de liefde hunkerde. Alhoewel het klèèn verkensmenneke verschillende keren lap aon lin, bleek det-tie onder de maot was om doadwerkelijk tot actie over te gaon. Zunnen baos, begaon meej zun lot, haolde er ten ende raod mar een veilingkiest bij. Meej dè ding es lanceerbaosis, zak mar zegge, was het toen vort nog mar een flutje van unnen cent.

Un kwaoj geval had den Bommelse kapper waor een jongen en un meske kwamen vraogen of-fie unnen ponnie kon knippen. Op z’n bevestigd antwoord kwam het tweetal een tijdje laoeter terug meej unnen rasechte Shetlander. Geknipt is-sie niet mar hij kreeg wel een suikerklontje van den haorsnijer waorna de ponnie uit dank een paor malse vijgen op ’t linoleum deponeerde.

   

 

 

Tags

zoals de waard was,willem witjens