Nico van Maanen (ZV Zaltbommel) als official naar Tokio

ZALTBOMMEL - Nico van Maanen staat één van de hoogtepunten uit zijn sportieve leven te wachten; hij gaat als official naar de Olympische Spelen in Tokio. En ondanks het feit dat corona ook op het grootste sportevenement ter wereld een grote invloed heeft, kan het erelid van ZV Zaltbommel niet wachten om te mogen vertrekken.

Toegegeven; Nico van Maanen is in zijn begintijd bij ZV Zaltbommel niet hét grote aanstormende zwemtalent. “Ik heb het niet eens tot de Gelderse kampioenschappen geschopt.” Tóch wordt hij wel degelijk van onschatbare waarde voor de kleine Zaltbommelse zwemvereniging. De geboren Bommelaar groeit namelijk dankzij al zijn verdiensten uit tot erelid van de club. En daar is hij tot op de dag van vandaag trots op: “Het is een fantastische vereniging. Niet groot, dus iedereen kent elkaar en het is er altijd hartstikke gezellig.”

Allerlei functies
Van lid van de technische commissie tot tijdwaarnemer; de nu in Zwartewaal woonachtige Van Maanen vervult door de jaren heen allerlei functies binnen de Zaltbommelse vereniging, en doet dat met veel plezier. Van Maanen combineert het wedstrijdzwemmen nog met het ‘officialschap’ en wanneer hem wordt gevraagd om een cursus te volgen tot kamprechter – vergelijkbaar met de grensrechter in het voetbal – en later als scheidsrechter is zijn antwoord een volmondig ‘ja!’

KNZB
Sinds dat moment fungeert Van Maanen veelvuldig als scheids- of kamprechter bij lokale en regionale wedstrijden, waardoor hij op een gegeven moment op de radar komt bij de KNZB, de Koninklijke Nederlandse Zwembond.

Van Maanen verdient bij de KNZB een plaats op de nationale lijst en prompt is de geboren Bommelaar scheidsrechter tijdens NK’s. Wanneer ook de internationale zwembond FINA hem op de scheidsrechterlijst opneemt, staat niets Van Maanen nog in de weg om in actie te komen tijdens Europese Jeugd Kampioenschappen, Europese Kampioenschappen en Wereldkampioenschappen.

Onafhankelijk
In tegenstelling tot in het voetbal, mag Van Maanen ‘gewoon’ wedstrijden begeleiden waarin Nederlanders aan de start verschijnen. “Er wordt vanuit gegaan dat je onafhankelijk bent. Je staat daar voor de zwemsport. Dat is ook de kracht van de officials; dat je op een onafhankelijke manier je werk daar doet. En of je zoontje of dochtertje daar zwemt, of ‘een’ Ranomi Kromowidjojo, dat moet je van elkaar kunnen scheiden.”

Olympische Spelen
Van Maanen vervult zijn rol tijdens de grootste zwemtoernooien ter wereld met verve, maar één toernooi blijft hoog op zijn lijstje staan: de Olympische Spelen. Slechts één keer mag een official vanuit de FINA daarheen; het mag dus met recht een erestatus worden genoemd. En die eer valt Van Maanen aanstaande ‘Spelen’ te beurt. Dat weet hij al sinds december 2019: “Als je dat hoort, dan stuiter je nog wel een tijdje na. Ik ben heel trots dat mijn naam tussen de aanwezigen staat. Het is voor mij een droom die uitkomt.”

Wilhelmus
Maar zoals bij nagenoeg ieder sportevenement, gooit corona ook bij de Olympische Spelen roet in het eten. De 2020-editie schuift door naar de zomer van 2021 en zoals sinds kort bekend is geworden, gaan de ‘Spelen’ niet toegankelijk zijn voor publiek. En dat is toch een kleine domper op de feestvreugde voor Van Maanen: “Er wordt gezwommen in een stadion waar normaal gesproken 15000 toeschouwers zitten, dus het zal wel stil zijn. En ik mis de voorpret ook wel, als ik eerlijk ben. We gaan een bubbel in, daar kom je niet uit, en ‘that’s it’. Maar aan de andere kant mag ik wel het grootste sporttoernooi ter wereld van dichtbij meemaken. En daar zitten misschien wel een miljard mensen voor naar de televisie te kijken. Als je je dat realiseert wanneer je daar aan de start- of keerpuntzijde staat, krijg je misschien wel knikkende knieën. Maar wat wel een voordeel is; met een mondkapje op kan ik wel gewoon uit volle borst het Wilhelmus meezingen. Dat geeft vast een extra kippenvel-gevoel. Ik heb nooit de ambitie gehad dat ik zelf als zwemmer de top zou halen, maar voor een zwemofficial is dit wel de absolute top. Dit pakken ze me nooit meer af.”